maandag 20 mei 2013

Toch therapie?

Apetrots verscheen ik ruim op tijd op het schoolplein, want mijn oudste wolkje mocht vandaag voor het eerst gaan oefenen. Ik kwam veel vertrekkende bekende ouders tegen en tijdens het rustig uitwisselen van 'wat groeien ze toch snel' en 'is ze nu alweer vier jaar' wees een van de bekende mama's mij op het feit dat de school niet om 9.00 uur begon, zoals ik suggereerde, maar om kwart voor 9. Nog geen seconde later ging bel (de tweede bleek later) en zag ik de deuren langzaam in het slot vallen.

Het zal me toch niet gebeuren dat ik op de eerste oefendag ons meisje te laat zou laten komen. Ik rende met mijn beide dametjes, dat wil zeggen, Mies en ik voorop, terwijl Jans vooral 'zef doen' ronddwaalde. Toen ik naar de betreffende klas vroeg, bleek die alles behalve op de plek te zijn waar ik me toen bevond. Ik moest helemaal de gang door, de trap op en weer af en dan de deur uit en weer naar binnen. Dan zou ik bij de klas aankomen. Mies zag de paniek al in mijn ogen en probeerde me nog een beetje gerust te stellen door hard mee te rennen. Iets waar Jans totaal geen last van had met haar 'zef doen' mentaliteit. Bezweet en ietwat verwilderd stormden we de klas binnen. De juf merkte voor het gemak nog even op dat dit misschien wel een beetje spannend was, zo de eerste keer. Ik weet niet zeker of ze dat voor mij of voor mijn dochter bedoelde. Ik was al lang blij dat we het 'gehaald hadden' en dat ik het eerste half uur school innig omhelsd werd door mijn twee meisjes.

Net toen ik dacht dat ik het er toch niet zo slecht vanaf had gebracht, zei de juf dat ik haar koek in de grote trommel mocht leggen. Koek? Trommel? Goed, toch nog iets vergeten. Later bleek dat ze ook bij het overblijven hun eigen bammetjes mee moesten nemen. Waarom zegt niemand dat? Of hoort dat gewoon bij het voortschrijdend inzicht van de mama's?

Gelukkig heeft ze veel plezier tijdens het oefenen gehad, maar ik ga denk ik voor de zekerheid toch alvast even sparen voor een beetje therapie voor haar later.

donderdag 16 mei 2013

Tip 1: plaats nooit het afwasrek naast de vissenkom

Onze buurvrouw had een flinkje kwak kikkerdril te vergeven en ze meende dat het leuk was voor onze meiden om deze dril uit te zien groeien tot heuse kikkertjes. Trots liepen we met z'n viertjes door de straat mét onze nieuwe aanwinst in de vissenkom. De honderden eitjes werden op het aanrecht geplaatst met een mooi uitzicht op de straat en de tuin. Oh, wat zouden ze het goed bij ons hebben! Iedere dag volgden we (lees ik) hoe de stipjes een staartje kregen en betreurden we (lees ik) de stipjes die stipjes bleven en nooit de ontwikkeling tot de kikker zouden redden. Gelukkig kregen we op tijd door dat het water zich niet vanzelf zou verschonen, dus stonden we (lees ik) klaar met het theezeefje om ze over de brengen naar een schoner oord.


En toen werd ik verrast met een weekendje weg met z'n viertjes. Gezien het onverwachtse gehalte, heb ik die avond gewerkt, gepakt en het huis vertrek-klaar gemaakt. Ik stemde nog even af met manlief of we nu de kikkervisjes zouden verschonen, of dat het tot na het weekend kon wachten. Maar we waren allebei van mening dat ze dat wel zouden redden die paar dagen.

Niet dus. Toen we terug kwamen, bleken de meeste kikkervisjes de bodem van de kom te onderzoeken zonder enig teken van leven te geven. Hoe moest ik over dit grootschalige verlies heenkomen? Maar wacht, zag ik daar iets bewegen? Jaaaaaaaa, er was nog één kikkervisje in leven! Snel de kom verschoond en, hop, het visje erin laten duiken. Oh, wat zou dit kikkervisje (laten we hem voor het gemak Gompie noemen) het goed hebben! Iedere dag hing ik met mijn kop boven de kom en maakten Gompie en ik grapjes tegen elkaar en deelden bemoedigende woorden.

Totdat ik ging afwassen. Ik ben nogal goed in het stapelen van afwas zodat het afdrogen een onnodige activiteit wordt. De laatste deksel stapelde ik op het afdruiprek, maar de deksel verloor grip en PATS, voordat ik ernaar kon grijpen lag de vissenkom aan diggelen! Snel zochten we naar het zwarte beestje, maar hij leek spoorloos verdwenen. Totdat we het afwasschuim opzij roerden. Gompie is een kranige, maar heet afwaswater bleek ie toch niet goed te kunnen hebben.


Huize van Bommel-Bekker (lees ik) is nu even in rouw en we vragen ons af hoe het zo mis kon gaan. En of we ooit wel klaar zullen zijn voor een huisdiertje...